© Illias Teirlinck

Mohammed (°Bagdad, Irak) volgt een deeltijdse opleiding voor Kapper. “Als de leerkracht in de klas komt en hij ziet jongens roepen, dan heeft hij ook reden om te stoppen. Een leerkracht die zich slecht voelt, blijft gewoon op zijn stoel zitten en zegt alleen maar: doe dit, doe dat. Goede leerkrachten blijven niet op hun stoel zitten. Die doen mee. Ik wil horen hoe ik het beter kan doen. Respecteer gewoon de leerkracht.

Joanita (°Kumasi, Ghana) studeert Humane Wetenschappen Economie. “Eerst deed ik economie-moderne talen, maar mijn Frans was te zwak waardoor ik moest veranderen. Ik vind het heel jammer dat de resultaten van één vak een hele studierichting bepalen.
Ik zou graag een echte band opbouwen met mijn leerkracht. Ze moeten niet bij mij thuis komen, maar ze mogen wel hun ervaringen delen. Dat het niet alleen over de leerstof gaat.

Wouter (°Leuven) zit in het zesde middelbaar Artistieke Opleiding. “Als ik minister van onderwijs was, zou ik minder richtingen voorzien, maar meer keuzevakken. Zo zouden bepaalde mensen de richting kunnen volgen, die ze van hun ouders moeten volgen, maar als ze bijvoorbeeld niet geïnteresseerd zijn in godsdienst kunnen ze dan in een atelier gaan werken. Ik zou er zo voor proberen te zorgen dat er niet zo’n sterke scheiding is tussen BSO, TSO en ASO. Op die manier zou je ook verschillende klassen hebben zodat je niet het hele jaar lang met dezelfde 15 mensen samenzit.

Marijke (°Turnhout) zit in de tweede Bachelor Kunstwetenschappen aan UGent. “Een positieve omgeving is erg belangrijk. Mensen blijven aanmoedigen en geen destructieve kritiek geven. Het is pas wanneer je op een lieve manier naar jezelf kan kijken en wanneer andere mensen dat ook doen, je kan groeien. Het helpt niet om te zeggen: het trekt op niks. Of: je gaat er niet geraken. Want dan ga je er ook niet geraken.”

Marilou (°Luxemburg, Luxemburg) studeerde vorig jaar af als Master in de Schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. “Mijn school heeft een openheid gecreëerd waarbinnen ik kon rondzwemmen en nadenken wat ik daarna wilde doen. In die 4 jaar heb ik zelf kunnen nadenken en praten met mensen over wat daarna komt. Mijn ervaring is dus heel positief, maar het hangt zeker af van wat je zelf doet met de input die je krijgt.

Renee (°Sint-Niklaas). “School is echt niets voor mij. Ik heb op zeven verschillende scholen gezeten. Zes daarvan wilden mij niet en ik wilde hen ook niet. Daarom besloot ik om het op mijn eigen manier te doen. Dat gaat mij goed af. Op school vond ik het heel lastig dat ik altijd in opdracht moest werken. Ik wil iets vertellen aan de wereld, omdat ik het zelf wil vertellen en niet omdat ik de opdracht heb gekregen. Die noodzaak moet van mij komen en die noodzaak vond ik niet op school.

© Eleen Daneels

Majd (°Homs, Syrie) is net begonnen aan de richting Drama-Spel aan het RITCS. “Op school wordt er altijd gezegd dat je je passie moet volgen, maar in het ASO word je op het einde van het zesde middelbaar toch in de richting van geneeskunde, ingenieur of rechten geduwd als je goede resultaten haalt. Je mag je passie volgen, zolang het maar in het kader van de verwachtingen van de school past. Maar als ik het niet graag doe – zelfs al geeft het mij stabiliteit, geld of status – dan betekent het niets.”